KRW-Quickscan
Wat is de KRW?
De Kaderrichtlijn Water (KRW) is Europese wetgeving die is bedoeld om de waterkwaliteit van oppervlaktewater (en grondwater) te verbeteren. De kwaliteit van ons oppervlaktewater is al flink verbeterd, maar we zijn er nog niet. Voor het eind van 2027 moeten 745 Nederlandse oppervlaktewateren aan de gestelde KRW- doelen voldoen. Het bedrijfsleven moet hier ook zijn steentje aan bijdragen.
Wat kom je te weten met het KRW Self Assessment?
Met dit Self Assessment onderzoek je welke KRW-stoffen daadwerkelijk in je afvalwater aanwezig zijn en hoe dit zich verhoudt tot wat er in je vergunning of melding is opgenomen. Tevens ontdek je of het oppervlaktewater waar je RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) op loost wel of niet voldoet aan de gestelde KRW- normen.
Voor lozingen van afvalwater betekent dit dat aan de hand van concrete stoffen wordt bepaald wat geloosd mag worden. Hierbij leggen we de chemische KRW- stoffen in jouw afvalwater en de kwaliteit van het water waarop wordt geloosd naast elkaar.
In het Self Assessment ga je aan de slag met KRW-relevante stoffen. Voor de meeste branches gaat het om maximaal 16 KRW-stoffen. Voor een aantal branches - Papier & Karton, Afvalverwerking, Voedingsmiddelenindustrie, Olie-/vetverwerking, Textiel & Tapijt plus Grootschalige mestverwerking - zijn dit maximaal 42 stoffen.
Vervolgens vragen we om de stoffen in je eigen afvalwater te kwantificeren. Hiermee krijg je een goed beeld van jouw vergunning of melding (met mogelijk een maatwerkvoorschrift) in verhouding tot de KRW-risico's van de relevante oppervlaktewaterlichamen waarop ook jouw afvalwater uiteindelijk via de RWZI geheel of deels terechtkomt.
In de daaropvolgende fases helpen we je om tot concrete acties te komen om je vergunning te bezien en herzien dan wel om een nieuwe melding te doen.
Hoe verder na het invullen van het Self Assessment?
Blijkt er een verschil te zijn tussen de vergunde lozing (uit het verleden) en de stoffen die nu daadwerkelijk worden geloosd? Dan is het verstandig om in gesprek te gaan met het bevoegd gezag (omgevingsdienst). Mogelijk moet de vergunning worden aangepast of moet een nieuwe melding worden gedaan.